Muts

Er werd achter mijn rug gefluisterd toen ik op mijn vijftiende mijn eerste kleurspoeling had uitgeprobeerd. En er werd nog net geen dorpsraad bijeengeroepen toen de zoon van de burgemeester achter de sporthal met een jointje werd betrapt. In het kleine dorp waar ik ben opgegroeid kon je er maar beter voor zorgen dat je zoveel mogelijk zaken voor jezelf hield. Of je muts zover mogelijk over je oren trekken als iemand de struik had ontdekt waarachter jij en je foute vriendjes onder schooltijd stiekem een fles Apfelkorn hadden ontkurkt.

Mijn ouders zouden nooit uit het dorp weggaan, zoveel was zeker. Op mijn negentiende vertrok ik daarom naar Utrecht, opgelucht en voorgoed. Ik herinner me nog als de dag van gisteren dat mijn vader zei dat hij zijn geboortegrond nooit zou verlaten. Omdat hij “simpelweg niet zou weten waarom”.

Sinds een jaar heeft hij echter ineens een reden. Niemand had het zien aankomen, zelfs mijn moeder niet. Meer dan veertig jaar was zij de enige vrouw in zijn leven, nu ligt alles overhoop. Dagelijks bel ik met m’n ma om te vragen hoe het gaat, maar ik hoor steeds hetzelfde: “Hij zegt dat ie het zeker weet!” In het dorp ging het als een lopend vuurtje. “Een bevlieging”, werd er gefluisterd. De bevlieging heeft een naam: Lynn heet het kind en plotseling zijn zaken als leeftijdsverschil en ratio voor mijn vader geen issue meer. Volgens eigen zeggen was hij “verkocht vanaf het allereerste moment”. Ze heeft het leven van onze familie volledig op z’n kop gezet.

En dus wil mijn vader weg, verhuizen. Het huis waarin ik ben opgegroeid staat sinds een half jaar te koop. Er waren familiegesprekken nodig. Er moesten afspraken worden gemaakt. “Het gaat alleen nog maar over haar!“ riep mijn zusje. “Reageer je niet te impulsief?” vroeg mijn Man. “En jullie wandelclubje dan?” bracht ik nog zwakjes in. Maar pa is zeker van zijn zaak. Hij zal huis en haard verlaten om bij Lynn in de buurt te kunnen wonen. En mijn moeder, mijn lieve, altijd zo volgzame moeder… Diep vanbinnen is ze euforisch. Zij was nooit moedig genoeg om zoiets door te zetten, maar nu ziet ze het als een uitgelezen kans om weg te komen uit dat dorp waar je, als je niet oppast, van het randje van de wereld afkukelt. Op hun vijfenzestigste beginnen mijn ouders aan een nieuw leven.

Terwijl Man & ik vanaf de keukentafel hoofdschuddend toekijken hoe mijn vader ondanks zijn dubbele hernia op handen en voeten door de kamer kruipt om Lynn aan het lachen te krijgen, en mijn moeder het zoveelste “super schattige, leuke, stoere” mutsje aan ons laat zien, denken we allebei hetzelfde: onze dochter Lynn zal ook moeten leren om die muts zo ver mogelijk over haar oren te trekken. Anders weten opa en oma haar hier in de grote randstad straks alsnog overal te vinden.