Vanaf die maand zou het allemaal anders worden. Ik had het hardlopen weer opgepakt en het ging best goed. Alleen de laatste twee weken liep ik niet zo lekker. Ik was snel moe en kreeg steken op vreemde plekken bij mijn lies. Ik nam me voor om ook weer wat vaker op de fiets naar mijn werk te gaan. Dan zou ik vast wel wat losser lopen.
Ik ging naar de kapper. Mijn haren werden gesneden, in plaats van geknipt. Het zat compleet anders dan normaal. Voor te veel geld kocht ik een te klein potje haarcrème. Voor extra glans en stevigheid. Het werkte voor geen meter.
Mijn chipsverslaving moest nodig eens worden aangepakt. Het kon niet goed zijn, bijna elke avond een schaaltje chips ‘gewoon voor de lekker’. En dus paste ik de Allan-Carr-methode toe. Ik las artikelen over frituurtemperaturen boven de 180 graden, waar veel levensmiddelen aan worden blootgesteld. Chips, borrelnootjes, knäckebröd, allemaal kankerverwekkend. Het werkte, ik at geen knäckebröd en borrelnootjes meer.
Ik besloot jurken te kopen. Jurken… dat ik dat woord nog eens in de mond zou nemen. Laat staan in mijn kledingkast. Maar het bleek iets met me te doen. Ik kreeg complimenten van familieleden en collega’s. ‘Fris’ was het meestgebruikte woord. Ik voelde me af en toe zowaar een echte vrouwen-vrouw.
En op een middag, het zou 29 graden worden, gingen we zwemmen met onze dochter. We kwamen aan bij de Maarsseveense Plassen, liepen het terrein op en vervielen in een discussie over de plek waar we onze handdoeken neer zouden leggen. Ik wilde richting het gras. Hij wilde richting het zand en het water. Daar waren we toch voor gekomen, zei hij. Ik bracht nog wat argumenten in over de wc-hokjes die dan zo ver weg zouden zijn, en al het zand dat overal tussen zou gaan zitten, maar hij was al op weg naar de branding. Woordeloos ging ik in mijn bikini op mijn matje liggen. De tranen stroomden in dikke tuiten over mijn wangen.
Weer thuis had ik ineens zin in pizza. Ik hou helemaal niet van pizza. Zonder te aarzelen zette ik koers naar boven, naar de badkamer, haalde een wit doosje uit het spiegelkastje en scheurde de verpakking open. Na het plassen keek ik op het venstertje en las wel 180 keer de verschenen tekst. Een adrenaline-achtig kriebelen borrelde op vanuit mijn buik. “Zwanger”. Vanaf deze maand ging het inderdaad allemaal anders worden..!
[geschreven op 2 augustus]