Briefje

Hee Luuk, hoe is het nou? Mijn god, ik kom jouw naam ineens overal tegen. Vóór de zelfmoord van Tim Ribberink had ik nog nooit van je gehoord, maar joh, vanaf nu kan niemand meer om jouw naam heen. Dat doel heb je toch maar mooi bereikt met je column in de Metro. Ben je eigenlijk geschrokken van het feit dat heel Nederland jóu nu een loser vindt?

 

Tuurlijk, ik snap heus wel wat voor punt je wilde maken, ik ben niet gek. Ook ik erger me kapot aan aanhangers van bepaalde religies, die nog steeds het lef hebben om homoseksualiteit zondig te noemen. Zo lang er mensen met dit soort achterlijke opvattingen rondlopen , zullen er ook kinderen met die onzin worden opgevoed. En ja, misschien heb je gelijk en ligt dat ten grondslag aan het pestgedrag dat ervoor gezorgd heeft dat die arme Tim een einde aan z’n leven heeft gemaakt. Dat neemt echter niet weg dat Tims ouders gewoon mensen zijn. Hele verdrietige mensen. Mensen die het niet hebben verdiend om in jouw bikkelharde betoog zó te worden gepest.

Uiteraard, je wilde creatief zijn, eens iets anders dan anders doen. Een afwijkende vorm hanteren. Helaas heb je nu zelf ondervonden hoe onze samenleving daarop reageert: afwijkende vormen roepen weerstand op. En het duurt nog wel even voordat we dat de wereld uit hebben.

 

[Deze tekst kwam tot stand n.a.v. #WOT, Write on Thursday: een creatieve schrijfopdracht, waarbij elke donderdag een nieuw blogwoord wordt voorgesteld, in reactie op het blog Godswaanzin, dood en ophef op www.met-k.com]