Collega m/v

De verschillen tussen mannen en vrouwen bieden steeds opnieuw aanleiding tot artikelen in psychologiemagazines en populaire zelfhulp-literatuur. In boeken als “Mannen komen van Mars, Vrouwen van Venus” worden de verschillen beschreven aan de hand van het gedrag van mannen en vrouwen binnen relaties. De vrouwen komen er maar bekaaid af: ze zeggen niet wat ze bedoelen en laten zich leiden door emoties. Maar hoe is dat op de werkvloer?

Lang geleden heb ik een periode bij een bedrijf gewerkt waar negen van de tien medewerkers vrouw was. Tot mijn spijt – en met het gevaar mijn eigen sekse in een negatief daglicht te stellen – moest ik concluderen dat het werken met veel vrouwen me destijds niet goed beviel. De onderlinge strijd tussen de dames was constant voelbaar, beginnend met ongezouten kritieken op iemands uiterlijke kenmerken (“een rokje met zulke bovenbenen kan écht niet!”) tot aan afwijzingen op grond van andermans succes (“sinds zij die promotie heeft gekregen denkt ze zeker dat ze iedereen de les kan lezen!”). De mannen leken zich veel minder bezig te houden met dit soort onderwerpen. De bovenbenen van Piet doen voor mannen nu eenmaal niet ter zaken en als Hans een zakelijk succes heeft behaald is dat een reden om hem te feliciteren. Vrouwen kunnen het veel slechter accepteren als een (vrouwelijke) collega haar werk beter doet, concludeert ook Bram Buunk, hoogleraar evolutionaire sociale psychologie, in Intermediair. Over vrouwen op de werkvloer zegt hij: “Als één van hen zich onderscheidt, zetten ze daar met zijn allen de rem op. Het is een glazen plafond in het hoofd van vrouwen zelf.” Het blad constateert verder dat vrouwen het prettiger vinden om op het werk als team te worden beoordeeld; op het moment dat er individueel wordt beloond leidt dit bij vrouwen tot een verslechtering van de onderlinge contacten.

Helaas komen deze conclusies voor mij, als vrouw, niet als een verrassing. Ook (vrouwelijke) kennissen en collega’s bevestigen dat afgunst onder vrouwen hen bekend voorkomt, met ‘roddelen’ als één van de meest voorkomende symptomen. Daarnaast wordt genoemd dat vrouwen zich kritiek op de werkvloer snel persoonlijk aantrekken, waardoor eerder spanningen ontstaan. Mannen leggen een negatieve beoordeling sneller naast zich neer, maken er een grapje over en zijn daarna gewoon nog steeds overtuigd van hun positieve kwaliteiten.

Wat bijna alle vrouwen fijn vinden aan hun mannelijke collega’s is hun directheid: mannen zeggen zonder omhaal waar het op staat. Dat is duidelijk. En makkelijk. Want waar mannen na een werkgerelateerd conflict probleemloos met elkaar gaan borrelen, hebben vrouwen er iets meer moeite mee om na een heftige discussie met een gemeende glimlach het glas te heffen.

Vraag mannen wat zij waarderen in hun vrouwelijke collega’s en negen van de tien keer komen de antwoorden (na een korte denkpauze) neer op: ‘tien dingen tegelijk kunnen’, ‘voor de sfeer op de afdeling zorgen’ en ‘heel toegankelijk zijn voor een praatje’. Dit lijkt in eerste instantie een mager tegenbod van het andere geslacht. Toch schuilen er in deze uitlatingen meer positieve eigenschappen dan gedacht. Wat deze mannen eigenlijk bedoelen, is dat vrouwen voorop lopen als het gaat om multitasking, dat ze beschikken over een natuurlijk ontwikkeld empathisch vermogen waardoor ze goed kunnen luisteren, én dat ze bovendien zeer bedreven zijn in het onderhouden van zowel interne als externe contacten, wat het gevoel van saamhorigheid onder de medewerkers stimuleert. En laat dat nu, stuk voor stuk, zeer belangrijke punten zijn in de strategie van iedere succesvolle organisatie.

Bron: www.intermediair.nl (2009)