“Wat erg voor je, veel sterkte.”
Die zin.
Ik hoorde hem in de afgelopen weken tientallen keren.
Het is zo’n zin die mensen gebruiken als er iets ernstigs aan de hand is.
Als je ziek bent.
Als er iemand dood is.
Als je huis is afgebrand.
Of als je niet meer samen bent met de vader van je kinderen.
Dat laatste, dat gaat over mij
En ja, dat is erg. Vooral voor mijn kinderen.
Voor mij en mijn man – pardon: ex-man (ik moet nog even wennen aan die term) – was onze breuk het einde van een langdurige periode van afscheid nemen. Uit elkaar gaan doe je niet van de ene op de andere dag. Daar gaan jaren van verdriet en onmacht aan vooraf.
Want net als het onderhouden van een relatie, kost het ook bloed, zweet en tranen om je bewust te worden van het feit dat je zonder elkaar misschien wel beter tot je recht komt.
Dat besef kost tijd.
Veel tijd
Dus ja, het wás ook erg, de afgelopen jaren. Heel langzaam drong het tot me door dat ik met deze man, die ik meer dan 16 jaar geleden op een studentenkamer ontmoette, die me met zijn prachtige blauwe ogen zó aankeek dat ik direct wist wat hij wilde zeggen, met wie ik urenlang aan de telefoon hing – zo’n plastic geval met een draaischijf en een krulsnoer -, die me leerde durven en leerde koken, die de vader werd van mijn kinderen, van onze kinderen; dat ik met die man op mijn tachtigste niet meer op de bank zou zitten om samen series te kijken. Met die man was de toekomst voorgoed verleden tijd.
Stel je dat maar eens voor.
Dat lukt niet zomaar even
En dus vulde ik mijn weken met allerlei dingen om daar maar niet aan te hoeven denken. Met werk, met gin (fuck the tonic) en met mensen.
Het eerste zorgde voor nek- en schouderklachten. Het tweede voor een kater. Het derde voor een drama: ik werd verliefd op een ander (en hij op mij).
Vertel dat maar eens aan je ouders
Dat lukt ook niet zomaar even.
2015 was dus vooral het jaar van de confrontaties. Met mezelf, mijn grote liefde, mijn familie.
Tegelijkertijd leerde ik dat het soms beter is om los te laten. Dat het véél zwaarder is om krampachtig vast te houden aan iets wat niet meer werkt.
Dus als je dit leest, jij, die er nu misschien ook even compleet doorheen zit, voor wie de situatie uitzichtloos lijkt of het verdriet onoverkomelijk: het gaat voorbij. Het komt weer goed. En de mensen van wie je het meeste vreest dat ze je niet zullen begrijpen, dat ze je zullen veroordelen of niet willen helpen, die mensen slepen je er uiteindelijk doorheen.
Geen enkel einde betekent het einde van de wereld.
Het is de aankondiging van een nieuw begin.