Bij veel mensen heerst de opvatting dat bepaalde boeken niet mogen ontbreken in de boekenkast van literatuurliefhebbers en leesgekken. Met die reden kreeg ik ooit de complete serie The Lord of the Rings van Tolkien cadeau. Het was een mooi collectors-item; een zwartglimmende box met daarin de zeven boeken die de trilogie vormen over Frodo, zijn hobbit-vriendjes, Gandalf, Gollum en al die andere typisch Tolkien-figuren die het verhaal rijk is.
Ik kreeg de box nadat de door Peter Jackson geregisseerde films al in de bioscopen waren verschenen. Ook ik, niet bepaald een fantasy-freak maar toch enigszins onder de indruk van alle media-aandacht die de films kregen, liet me verleiden tot het kijken van alle drie de delen. Voor The Fellowship of the Ring betaalde ik nog een bioscoopkaartje, maar The Two Towers en The Return of the King werden als download binnengehaald. Ik ben niet zo’n bioscoopganger. Na een tijdje in zo’n klapstoeltje krijg ik altijd tintelende benen, ik stoor me aan het geklets, geknisper en geritsel van andere bezoekers en durf mijn achterhoofd niet achterover op de stoelleuning te leggen, uit angst dat de haarschilfers van een vorige bioscoopganger aan mijn broeierige nek blijven plakken. Ook ontbreekt in de bios de onvervangbare luxe van een eigen (schoon!) toilet en een met zelfgekochte, betaalbare hapjes en drankjes gevulde koelkast, die door de aanwezigheid van een pauze-knop op elk gewenst moment tevoorschijn kunnen worden getoverd. Bovendien zijn R. en ik vrij kritische filmkijkers. We willen gewoon hardop ‘ja hoor, túúúrlijk’ en ‘filmfout! filmfout!’ naar elkaar kunnen roepen zonder ons daarmee de geïrriteerde blikken en ‘ssssst’-sissende stemmen van anderen op de hals te halen.
Toegegeven, de films waren best spannend. Ook werden de slechte animatie van The Eye of Sauron en het pathetische acteerwerk van Frodo ruimschoots goedgemaakt door de prachtige Nieuw-Zeelandse natuurbeelden en de weidse uitzichten die het decor van het verhaal vormden. En omdat ik me goed kon voorstellen dat ook in dit geval het geschreven verhaal wel beter zou zijn dan de film, was ik in eerste instantie erg blij met de box met de zeven boeken. Ik begon er nieuwsgierig aan, maar al tijdens het lezen van de dertig pagina’s tellende proloog overviel mij een vreemdsoortige vermoeidheid. Het leek alsof de macht van De Ring zelfs mij als lezer had geraakt; het gevecht dat ik met mezelf moest voeren om mijn aandacht bij het verhaal te houden, voelde even heftig als de Slag om Middelaarde. Ik begon te bladeren. Werd het echt niet beter? Op pagina 157 van het eerste boek stuitte ik op wat witregels die mijn aandacht trokken. Ik probeerde het verhaal te hervatten en las:
Suddenly he [Frodo] stopped. There was an answer, or so he thought; but it seemed to come from behind him, away down the path further back in the Forest. He turned round and listened, and soon there could be no doubt: someone was singing a song; a deep glad voice was singing carelessly and happily (…):
Hey dol! merry dol! ring a dol dillo!
Ring a dong! hop along! fal lal the willow!
Tom Bom, jolly Tom, Tom Bombadillo!
Dit was te veel voor mijn gemoed. Al die puntkomma’s werkten al bladzijden lang op mijn zenuwen, maar nu er ook nog zingende dwergen werden opgevoerd, begon ik alle hoop op een goede afloop te verliezen. Ik sloeg het eerste boek dicht en opende het tweede – ik kende het relaas immers al van de films, dus ik kon het vast en zeker verderop in het boek ergens oppikken. Ik sprong van alinea naar alinea om erachter te komen waar in het verhaal ik me bevond. Mijn ogen vingen woorden als ‘cheerful’, ‘happily’, ‘merry’ en overal onderbrekingen voor ‘chanting verses’. Bij de zoveelste in spontaan gezang uitbarstende Hobbit werd het me teveel. Met een geërgerde zucht sloeg ik het boek dicht, om het vervolgens nooit meer te openen.
Tot op de dag van vandaag vraag ik me af of ik iets heb gemist. Het werk behoort immers tot de klassiekers, er zijn hele fanclubs om het verhaal heen ontstaan. Als ik in de stijl van het boek zou moeten blijven, zou ik nu echter uit volle borst uitroepen:
Mijn hemel! nee! het was niet mijn ding!
Ik raakte niet in de Ban van de Ring!
Nooit meer een boek met gerijm en gezing!
________________________________
Dit blog is geschreven als onderdeel van #50books, een initiatief van Peter Pellenaars. Elke zondagavond stelt hij een vraag over een boek. De vraag luidde: Sla je wel eens stukken tekst over omdat ze niet boeiend (lijken te) zijn?